In ons gebied staan een aantal koloniewoningen leeg. Er staan bouwhekken omheen en de ramen zijn dichtgetimmerd. Wij kunnen ons voorstellen dat dat vragen oproept en mensen nieuwsgierig maakt. Hieronder leggen wij aan u uit waarom deze panden zo lang leeg staan en hoe wij onze plannen maken voor deze karakteristieke huisjes.
Bij het bezit van De Maatschappij van Weldadigheid horen een aantal monumenten. Dit zijn kleine panden zoals koloniewoningen en grote panden zoals de G.A. van Swieten tuinbouwschool, Huis Westerbeek of Logement Frederiksoord. Sommige panden staan er prachtig bij, en zijn goed onderhouden, maar andere zijn eigenlijk niet meer bewoonbaar.
In 2024 en 2025 zijn er een paar koloniewoningen vrijgekomen. Deze woningen kunnen we niet opnieuw verhuren, want ze zijn in dermate slechte staat, dat ze niet meer voldoen aan de huidige wet- en regelgeving. Ze zijn niet meer veilig en comfortabel genoeg om te verhuren.
Daarom willen we deze woningen restaureren en verduurzamen waar mogelijk. Waar restauratie niet meer mogelijk is worden andere plannen gemaakt. Maar voordat we daar daadwerkelijk mee kunnen beginnen gaat er een jarenlang proces aan vooraf.
Als er een woning leeg komt
Zodra een woning leeg komt te staan en we van plan zijn om te restaureren, verbouwen of verduurzamen, beginnen we eerst met ecologisch onderzoek. We laten uitzoeken of er in de woning of in de directe omgeving van de woning beschermde planten en dieren zijn. Als die er zijn moeten we maatregelen nemen om de planten te beschermen en om de dieren op een diervriendelijke manier te laten vertrekken. Dat wordt natuurvrij maken genoemd. Dat hele proces van onderzoek naar natuurvrij maken kan wel 2 jaar duren.
Ondertussen lopen er ook andere onderzoeken. Er moet cultuurhistorisch onderzoek gedaan worden, bouwhistorisch onderzoek en bouwtechnisch onderzoek. Het pand wordt volledig ingemeten. Al die onderzoeken vinden plaats omdat het bij restauratie van monumenten belangrijk is om de originele waarden van het pand te behouden. Tegelijkertijd wil je ook weten wat er wèl mogelijk is qua modernisering van het pand, zonder dat je de originele kenmerken verliest. Zorgvuldige afwegingen maken is daarbij het uitgangspunt.
Met al deze onderzoeken als leidraad is het aan ons bouwteam om samen tot het meest ideale idee voor restauratie en verduurzaming te komen. De architect maakt de tekeningen en overlegt met de aannemer en installateur of wat hij bedacht heeft logisch en mogelijk is. Uiteindelijk moet dit plan worden ingebracht bij de gemeentelijke adviescommissie en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Zij geven feedback op de plannen. Vaak betekent dit bijschaven en nog eens terug naar de commissie, en misschien nog eens. Het is niet eenvoudig om tot het perfecte plan te komen, als er rekening gehouden moet worden met zoveel cultuurhistorie in het pand en in het gebied.
En als er een plan ligt
Als er dan uiteindelijk een plan ligt, moeten er offertes opgevraagd worden. Wij hebben een vast bouwteam en vaak weten we al wat het ongeveer gaat kosten, maar pas als de tekeningen en technische omschrijving definitief zijn, kan er een definitieve offerte gegeven worden. Tegelijkertijd moeten we zorgen voor financiering van die plannen, wat betekent dat we subsidies aanvragen en gesprekken voeren met provincie en onze financier, het Nationaal Restauratiefonds.
Tussen dit alles door loopt de vergunningaanvraag, want als je een monument in UNESCO Werelderfgoed en beschermd dorpsgezicht wilt aanpakken, ontkom je er niet aan dat je daar een vergunning voor moet hebben. Als alles compleet is, de tekeningen, vergunning, bouwteam en financiën, kun je plannen en aan de slag.
Het kost tijd
Dit alles bij elkaar maakt dat het zomaar een aantal jaren kan duren voordat we een nieuwe bewoner kunnen verwelkomen in een gerestaureerde en verduurzaamde koloniewoning. Tot die tijd staat de woning leeg. En dat is natuurlijk geen fraai gezicht. Om de woning te beschermen tegen vernieling en inbraak staan er hekken omheen en zijn ramen dichtgetimmerd.
Voor een woning is het beter dat hij wordt bewoond totdat er gerestaureerd wordt. Maar daar kiezen wij hier niet voor. De woningen zijn niet geschikt meer voor bewoning en soms zelfs niet veilig. Daarnaast moet een woning toegankelijk blijven voor onderzoek en dergelijke. Omdat we niet weten hoeveel tijd we precies nodig hebben voor het hele traject, kunnen we ook geen duidelijke afspraken maken over bijvoorbeeld antikraakbewoning.
Wij streven ernaar om alles zo zorgvuldig mogelijk aan te pakken. Dat kost tijd en geduld en maakt dat de woning een aantal jaren leeg blijft en achter hekken staat. Maar daarmee doen we uiteindelijk de woning zelf en de geschiedenis het meeste recht!